Richting een verhoging van de btw op kunstwerken in België: cultuur in gevaar?
Galeries, kunstenaars, museumdirecteuren, handelaars en veilinghuizen spreken eensgezind hun bezorgdheid uit over de omzetting door België van de EU Tariefrichtlijn 2022/542, die de lidstaten verplicht om vanaf 1 januari 2025 het speciale winstmarge regime waaraan de kunstmarktsector sinds 1996 onderworpen is, gedeeltelijk af te schaffen.
Het kabinet van minister van Petegem wou een standaardtarief van 21% btw invoeren op de handel van kunst. Dit zou echter nefaste gevolgen hebben voor de positie van België binnen de internationale kunsthandel.
Ook de ROCAD (Belgian Royal Chamber of Antiques and Art Dealers) erkent dit en heeft daarom inmiddels een tekst voorbereid ter oproep en ondersteuning en verweer tegen dit voornemen, die als volgt gaat:
“Een aanval op cultuur is een aanval op de ziel van een land en zijn internationale invloed. Het negeren van de nauwe banden tussen kunstenaars, kunstwerken en hun handelaars en particuliere en institutionele verzamelaars zou een politieke fout zijn die ook voorbij zou gaan aan het sociale en economische weefsel dat zij ondersteunen.
We willen de regering waarschuwen voor de desastreuze economische impact die een dergelijke wijziging in de belastingwetgeving zou hebben op de hele culturele wereld, en waarschuwen voor de achterstand van België op een internationale en ultracompetitieve en volatiel kunstmarkt.
Concreet betekent dit dat wanneer een handelaar vanaf volgend jaar een kunstwerk aankoopt tegen een verlaagd btw-tarief (6% in België), met name in het geval van import of rechtstreeks van een kunstenaar, hij bij de wederverkoop niet langer het margestelsel kan toepassen (21% btw alleen op het verschil tussen de aankoop- en wederverkoopprijs).
Hoewel de richtlijn de lidstaten speelruimte laat door hen het recht te geven voor een verlaagd tarief te kiezen, doen de echo's van de lopende discussies over het Belgische wetsontwerp vrezen dat België een btw-tarief van 21% op de volledige kunstprijs zal toepassen.
Het risico van een dergelijk besluit is dat het kopers zou afschrikken en België minder concurrerend zou maken. In deze situatie zouden ze er alle belang bij hebben om werken in het buitenland of via andere buitenlandse spelers te kopen.
Onze buren in Frankrijk en Luxemburg hebben al besloten om verlaagde tarieven van respectievelijk 5,5% en 7% toe te passen.
Wat een goede deal lijkt in termen van belastinginkomsten, zou een steek in de rug zijn voor een sector die de trots van ons koninkrijk is, België bekleedt een 11e plaats voor op de wereldmarkt voor kunst, en alle impactstudies die werden uitgevoerd door de ROCAD (Royal Chamber of Art Dealers) tonen aan dat de invoering van een algemeen tarief van 21% zeer schadelijke gevolgen zou hebben voor de Belgische kunstmarkt, zijn internationale positie, zijn duizenden directe en indirecte banen en uiteindelijk voor de belastinginkomsten die hij genereert. Op korte termijn kan deze wet de ondergang betekenen van de kunstbeurzen ArtAntwerp en ArtBrussels, Affordable Art Fair en het internationaal succesvolle Brafa.
Het is absoluut noodzakelijk dat België, de bakermat van zoveel grote kunstenaars en verzamelaars, terugkeert naar een 'klassiek' systeem van verkoop tegen het verlaagde btw-tarief van 6% voor de volle prijs, zoals de Europese Unie toestaat, om zijn concurrentievermogen, aantrekkelijkheid en uiteindelijk zijn banen te behouden. Als gevolg van deze politieke keuzes zal Belgie het stiefkind van de artistieke cultuur in Europa worden. Lopen we schipbreuk?"